De bekkenbodemspieren vormen de onderafsluiting van uw bekken. De bekkenbodem is een functioneel geheel van spierweefsel en steunweefsel. Meestal kortweg de bekkenbodem genoemd. De functie van de bekkenbodem is het ondersteunen van de buikorganen ( o.a. baarmoeder blaas en darm), maar ook het afsluiten en openen van de plasbuis en de anus. Het niet goed functioneren van de bekkenbodem kan leiden tot klachten. Het kan zijn dat de spier verzwakt is of juist te gespannen. Het is van belang dat de bekkenbodem op het juiste moment het juiste doet. Spant de spier te traag of te krampachtig aan ontstaan er problemen met het ophouden of juist laten passeren van urine en/of ontlasting.
De bevalling.
Tijdens de bevalling wordt de bekkenbodem flink gerekt om uw kindje door te laten. Niet alleen het spier en bindweefsel worden gerekt maar ook de zenuwstructuren. Vrouwen merken dit aan een zwaar en snel vermoeid gevoel rondom vagina en/of anus. Herstel van de bekkenbodemspier, maar vooral van het zenuwweefsel, vergt tijd en rust. De schade die de bekkenbodem oploopt tijdens de bevalling is afhankelijk van een aantal factoren: de duur van het persen, de grootte en de ligging van het kindje en of er wel of niet sprake was van een kunstverlossing.
Na de bevalling.
De eerste dagen na de bevalling hebben zowel het bekken als de bekkenbodem rust nodig om te herstellen. Probeer veel te liggen, afgewisseld met kleine stukjes lopen in huis en een poosje zitten. Vooral lang stilstaan is onverstandig. Belangrijk: Overbelast de bekkenbodem niet door te snel en te fanatiek uw bekkenbodem te oefenen. Daar is nog alle tijd voor. En pas uw lichamelijke belasting aan, zodat u de bekkenbodem de kans geeft om te herstellen.
De eerste weken na de bevalling is het niet verstandig zware activiteiten te verrichten. U kunt ook zeggen, u kunt beter geen dingen doen waarbij u kracht moet zetten. De bekkenbodem is nog niet voldoende hersteld om de stijging van de buikdruk bij dit soort activiteiten op te vangen.
Oefeningen.
Elke pas bevallen vrouw doet er goed aan aandacht aan haar bekkenbodemspieren te besteden. Het advies is om gedurende de kraamperiode een soort ‘mini-oefeningen’ te doen. Het gaat er dan alleen maar om dat u weer gevoel begint te krijgen in het bekkenbodemgebied, de kracht komt later. Maak een rustige intrekbeweging van de vagina en anus en concentreer u op het gevoel van loslaten.
Indien na de kraamperiode uw bekkenbodemgevoel weer teruggekeerd is en de zwelling verminderd dan mag u de oefeningen intensiveren. U probeert dan wat krachtiger (maar niet maximaal) terwijl u rustig doorademt de bekkenbodem in te trekken en dit 3-8 tellen vast te houden. Ook hierbij let u goed op het gevoel van loslaten. U kunt in feite oefenen in elke lichaamshouding, liggend, zittend, handen knieënstand of staand. Probeer bewust elke dag 2 tot 5 keer per dag de oefeningen te doen met 5 tot 15 herhalingen.
U zult merken dat na enkele weken het ophouden van urine en ontlasting weer goed gaat. Is dat niet het geval kunt u advies aan de bekkenfysiotherapeut vragen. De bekkenfysiotherapeut controleert de conditie van uw bekkenbodemspier en leert u (opnieuw) uw bekkenbodem op de juiste manier te gebruiken en geeft u oefeningen op maat. U kunt dit bespreken met uw verloskundige tijdens de nacontrole.
Een goed herstel en gebruik van uw bekkenbodem helpt klachten te voorkomen in de toekomst!
Klachten.
Veel voorkomende bekkenbodemklachten:
- Ongewild verlies van urine tijdens inspanning.
- Snel optredende aandrang om te plassen die moeilijk te onderdrukken is, al of niet met verlies van urine.
- Moeite met het ophouden van windjes en/of ontlasting.
- Het moeizaam kwijt kunnen van ontlasting (obstipatie).
- Verzakking van blaas, baarmoeder of endeldarm.
- Pijn en/of een zwaar gevoel in de onderbuik, vagina en/of anus.
- Pijn bij vrijen.
Fysiotherapie.
Bovenstaande klachten en/of problemen kunnen worden voorkomen of verholpen met behulp van fysiotherapie.