Bij een keizersnede wordt uw kindje via een operatie via de buikwand geboren. Er zijn allerlei redenen waarom de gynaecoloog kan besluiten tot een keizersnede. Het kan zijn dat dit lang van te voren gepland is, bijvoorbeeld als uw kindje in stuit ligt of als de moederkoek over de baarmoedermond ligt. Het kan ook zijn dat er tijdens de bevalling wordt besloten tot een keizersnede, bijvoorbeeld als uw kindje het benauwd heeft en hij met spoed geboren moet worden.
Bij een keizersnede wordt de moeder verdoofd. Dit kan met behulp van een ruggenprik of door middel van algehele narcose. Tegenwoordig wordt in de meeste gevallen gekozen voor een ruggenprik. Bij een ruggenprik blijft u wakker en kunt u de geboorte van uw kindje meemaken. Als er grote spoed is bij de keizersnede is er geen keuze en moet de moeder onder algehele narcose.
Voorafgaand aan een keizersnede worden er een aantal voorbereidingen getroffen. Er wordt een infuus geprikt en een blaaskatheter aangebracht. De operatie zelf duurt ongeveer 45 minuten. Na ongeveer 15 minuten wordt uw kindje geboren. Bijna altijd maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’. Dit is een horizontale snede van 10-15 cm vlak boven het schaambeen. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De buikspieren worden opzij geschoven. Vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas die gedeeltelijk over de baarmoeder ligt, wordt losgemaakt en naar beneden geschoven. Daarna maakt de gynaecoloog een dwarse snede in de baarmoeder en wordt de baby geboren. Vaak wordt hierbij op de buik gedrukt. De navelstreng wordt doorgeknipt en vervolgens wordt uw kindje meegenomen en nagekeken door de kinderarts. De gynaecoloog laat de moederkoek geboren worden en hecht vervolgens de baarmoeder en verschillende lagen van de buikwand.
Zodra uw kindje is nagekeken door de kinderarts, mag u deze kort even zien. Daarna gaat uw kindje naar de afdeling. Het is voor uw kindje te koud om op de operatiekamer te blijven. Na het hechten gaat ook de moeder naar de afdeling, waar u de baby voor het eerst kunt vasthouden. Tijdens een keizersnede mag meestal uw partner op de operatiekamer aanwezig zijn. Uw partner zit dan aan het hoofdeinde achter een doek en hoeft dus niets van de operatie te zien. Als uw kindje geboren is kan uw partner samen met de baby naar de afdeling gaan.
Na een keizersnede blijft u zo’n vier tot vijf dagen in het ziekenhuis. De eerste dagen bent u vaak nog slap en duizelig bij het opstaan. De dagen daarna gaat het langzaam beter. De wond kan nog pijnlijk zijn en u kunt last van naweeën hebben. Hiervoor krijgt u pijnstillers voorgeschreven. Uw bloeddruk, pols, bloedverlies en de hoeveelheid urine worden regelmatig gecontroleerd. De blaaskatheter wordt de dag na de operatie verwijderd. Om een trombose been te voorkomen krijgt u één of twee keer per dag een injectie in uw bovenbeen met een bloedverdunnend middel. Vaak wordt in het ziekenhuis nogmaals het ijzergehalte in uw bloed bepaalt voordat u naar huis gaat. Indien dit te laag is krijgt u nog ijzertabletten voorgeschreven.